Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de jeugdzorg

 

Artikel 112
1
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2
Artikel 78, onderdeel D, treedt in werking met ingang van 1 januari 2006. Bij koninklijk besluit kan een later tijdstip worden bepaald, indien de beschikbare plaatsruimte in de desbetreffende justitiële jeugdinrichtingen zulks noodzakelijk maakt.
3
Tot het tijdstip waarop artikel 78, onderdeel D, in werking treedt, is plaatsing van een jeugdige als bedoeld in artikel 11a, eerste lid, in een justitiële jeugdinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, slechts mogelijk indien de stichting een besluit heeft genomen waaruit blijkt dat de jeugdige op die plaatsing is aangewezen. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor gevallen waarin het besluit, bedoeld in de eerste volzin niet kan worden afgewacht. Daarbij kan worden afgeweken van het bepaalde in die volzin.
4
[Wijzigt deze wet.]
5
Voor de toepassing van artikel 10 en van artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt tot het tijdstip, bedoeld in het derde lid, een besluit als bedoeld in het derde lid gelijkgesteld met een besluit als bedoeld in artikel 6, eerste lid.
6
Tot het tijdstip waarop artikel 78, onderdeel D, in werking treedt, is artikel 10, eerste lid, onder g, van overeenkomstige toepassing met betrekking tot een plaatsing in een justitiële jeugdinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •